De woonlasten zijn een graadmeter voor de mate van stijging of daling van de gemeentelijke lasten. De berekening van de woonlasten is gebaseerd op de onroerende-zaakbelasting, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing. Voor een goede vergelijking is in de onderstaande tabel een overzicht over meerdere jaren gemaakt.
Woonlasten | Eenpersoonshuishouden | Meerpersoonshuishouden | ||||
---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Begroting | Begroting | Realisatie | Begroting | Begroting | |
a. Onroerende zaakbelasting* | € 249,83 | € 253,80 | € 257,13 | € 249,83 | € 253,80 | € 257,13 |
b. Afvalstoffenheffing | € 303,72 | € 309,48 | € 318,00 | € 367,44 | € 374,40 | € 384,72 |
c. Rioolheffing | € 174,36 | € 180,00 | € 194,40 | € 174,36 | € 180,00 | € 194,40 |
Totale woonlasten | € 727,91 | € 743,28 | € 769,53 | € 791,63 | € 808,20 | € 836,25 |
* De OZB cijfers zijn gebaseerd op een WOZ-waarde van € 314.250 voor 2020, € 336.250 voor 2021 en € 361.500 voor 2022. |