Ons huishoudboekje
De toegezegde extra middelen voor de uitvoering van de jeugdzorg (een extra bijdrage van € 4,7 miljoen in 2022, maar daarna wel dalend) zijn een belangrijke stap in de goede richting waar het gaat om de financiële uitdagingen waar gemeenten voor staan. Met name in 2022 zorgt dit voor een verbetering van het structureel saldo ten opzichte van de kadernota. De exploitatie (het saldo van de baten en lasten) is in 2022 nog negatief. De belangrijke kanttekening daarbij is dat over een bedrag van meer dan € 3 miljoen nog met BZK wordt onderhandeld in verband met de aanpassing van het woonplaatsbeginsel Jeugd en dat we daar hoopvol over zijn. Mocht dit bedrag inderdaad aan ons worden toegekend, dan nadert het exploitatiesaldo 2022 de nullijn.
Het structureel saldo is voor 2023 en 2024 minder gunstig. Voor een groot deel is dit het gevolg van stijgende kapitaallasten omdat een aantal bouwprojecten dan opgeleverd zullen zijn. Verder wordt verwacht dat de uitgaven WMO zullen stijgen. Ook zijn er stelposten opgenomen omdat verwacht wordt dat de stijgende grondstofprijzen en areaaluitbreidingen tot hogere (project)kosten zullen leiden. Daarnaast zal het Rijk geleidelijk minder extra middelen jeugdzorg ter beschikking stellen, omdat onderdeel van de afspraak is dat de gemeenten ook kostenbesparingen zullen doorvoeren. Echter, veel van de benoemde besparingsmogelijkheden worden momenteel al ingezet.
In 2025 is het structureel saldo positief, voornamelijk vanwege een hogere algemene uitkering (uitgaande van het huidige rekenmodel).
Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2021 . | -1.575 | -1.830 | 1.030 | 962 |
Nota van wijziging op de Begroting 2021 | -2.637 | -1.735 | -430 | 2.528 |
Mutaties in 2021 | ||||
Mutaties kadernota 2022 - 2025 | -5.451 | -3.542 | -4.049 | -3.466 |
Begrotingssaldo na kadernota 2022 - 2025 | -9.662 | -7.107 | -3.449 | 24 |
Exogene en autonome ontwikkelingen | 3.197 | 1.309 | 924 | 1.533 |
Meicirculaire / algemene uitkering | 884 | 274 | -383 | -883 |
Saldo loon- en prijsontwikkelingen kadernota | -61 | -226 | -217 | -271 |
Kapitaallasten | 87 | -484 | -177 | -20 |
Subtotaal mutaties begroting 2022 - 2025 | 4.107 | 873 | 148 | 360 |
Saldo begroting 2022 - 2025 | -5.555 | -6.234 | -3.301 | 383 |
Bedragen x € 1.000 | ||||
Waarvan incidentele baten en lasten (saldo) | 9.757 | 4.803 | 2.160 | 0 |
Structureel begrotingssaldo | 4.202 | -1.431 | -1.141 | 383 |
Bedragen x € 1.000
Onze zorgen en onzekerheden
Het algemeen financieel beeld na 2022 blijft echter zorgelijk. Hierin staat de gemeente Leidschendam-Voorburg niet alleen. De coronacrisis heeft duidelijk aangetoond hoe belangrijk de sociale basis van onze gemeente is. Algemene voorzieningen als verenigingen, sportclubs en sportterreinen, schoolgebouwen en een schone en groene openbare ruimte zijn noodzakelijk voor het welzijn en de gezondheid van onze inwoners. Het college heeft er daarom nadrukkelijk voor gekozen om geen zaken ‘stuk te bezuinigen’, maar wel conform het coalitieakkoord, de strikt noodzakelijke maatregelen te treffen om aan het einde van deze raadsperiode tot een structureel sluitende begroting te komen.
Gemeenten staan echter voor meer forse inhoudelijke en financiële opgaven. Naast de uitvoering van jeugdzorg en de WMO zijn dat de benodigde middelen voor de realisatie van het Klimaatakkoord, de invoering van de Omgevingswet en diverse taakdecentralisaties. Ook de vergijzing, de woningnood en de gevolgen van de coronacrisis zijn een maatschappelijke en financiële uitdaging. Als het Rijk het financieel beleid richting gemeenten niet fundamenteel wijzigt, dan zullen vergaande ombuigingen nodig zijn om tot een blijvend sluitende begroting te komen.
Een belangrijke en onzekere factor op korte termijn is de herverdeling van het gemeentefonds. De in augustus gepubliceerde indicatieve cijfers geven aan dat onze gemeente moet rekenen op een nadelig herverdeeleffect van circa € 1,1 miljoen in 2023 oplopend tot een bedrag van € 1,8 miljoen vanaf 2024. Of het nieuwe verdeelmodel ook daadwerkelijk zal worden doorgevoerd is aan het nieuwe kabinet. In de begroting is deze ontwikkeling daarom als risico meegenomen.
Aanzienlijke gemeentelijke reserves
Er mogen dan wel grote zorgen zijn om de jaarlijkse baten en lasten in balans te houden, maar daar staat tegenover dat de reserves goed gevuld zijn. Ten opzichte van veel andere gemeenten – groot en klein – mogen we ons gelukkig prijzen dat de verkoop van de Eneco aandelen ons een flinke financiële buffer heeft gegeven. Dat maakt het ook mogelijk dat we toch fors investeren in belangrijke maatschappelijke ontwikkelingen, zonder dat ons huishoudboekje veel dieper in de rode cijfers duikt of dat er op andere belangrijke beleidsterreinen fors ingegrepen moet worden. Van deze forse incidentele opbrengst zullen we nog vele jaren profijt hebben en de eerste bestedingsplannen hiervoor zijn reeds door de raad goedgekeurd en de uitvoering is gaande. Het is natuurlijk wel zo dat als de plannen uitgevoerd zijn, onze reserves dan flink zullen zijn gekrompen. Maar ondanks dat zullen ze naar verwachting nog steeds een acceptabel niveau zullen hebben.
Reserves (per 31-12) | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 |
---|---|---|---|---|---|
Algemene reserves | 75.480 | 67.767 | 61.500 | 58.015 | 62.149 |
Bestemmingsreserves | 132.647 | 128.004 | 122.752 | 117.774 | 112.738 |
Totaal reserves | 208.127 | 195.711 | 184.251 | 176.789 | 174.888 |
Bedragen x € 1.000 |