De gemeente financiert de lopende betalingen en ontvangsten tot het maximum van de kasgeldlimiet (€ 20,4 miljoen) met kortlopende geldleningen (kas- en daggeld). Wanneer de kasgeldlimiet structureel wordt overschreden (tot drie kwartalen achtereen) trekt de gemeente voor de structurele overschrijding langlopende geldleningen aan. De kortlopende schulden worden dan geconsolideerd naar een langlopende geldlening.